Wij zetten ons in voor het algemeen belang

Contact

Lijst Babijn
Bakkersstraat 59
4501 RB Oostburg
Tel. : 0117 452945
E-mail : info@lijstbabijn.nl

  Interact Network 2022

Kustveiligheid (zeedijken). (21-08-2007) Art. 44 vragen aan Gedeputeerde Staten van Zeeland namens de Partij voor Zeeland.

Aan           : Het College van Gedeputeerde Staten.

Onderwerp: Art. 44 vragen m.b.t. ‘kustveiligheid’ (zeedijken).

                 , d.d.

Geachte College,

Toelichting:
De manier waarop het Rijk ‘zwakke schakels’ in de zeewering van onze Provincie Zeeland gaat aanpakken, baart de Statenfractie van de Partij voor Zeeland (PvZ) grote zorgen.
Kortgeleden is in de Zeeuwse ochtendpers aandacht besteed aan de veiligheid van onze zeewering.
Ik citeer een passage: ,,Als het gaat om de sterkte van onze ZEEUWSE zeeweringen kijken de Waterschappen tegenwoordig vijftig jaar vooruit. Een dijk van nu moet over een halve eeuw nog voldoen aan de veiligheidsnorm van 1 op 4000. Dat wil zeggen: een overstromingskans van eens in de 4000 jaar”.
Saillant detail is dat het bewuste artikel tevens melding maakt van het feit dat de norm voor ‘Holland’ (de economisch meest waardevolle gebieden) 1 op 10.000 is!
Verder konden we lezen dat men voor de ‘zwakke schakels’ honderd jaar veiligheid probeert te garanderen. Het feit is echter, dat het Rijk voor de aanpak van ‘zwakke schakels’, slechts financiële middelen ter beschikking stelt teneinde de veiligheid voor 50 jaar te kunnen waarborgen.
Daar komt nog bij dat men in Zeeland van plan is te gaan experimenteren met
onze kustveiligheid (een ‘proeftuin’ met ‘overslagdijken’ en ‘zoutwaterinlaten’).
Het krantenartikel maakt tevens gewag van het feit dat de golfbelasting in de
toekomst gezien wordt als de grootste bedreiging van de zeedijken in Zeeland.
Voor een verzekeraar kunnen normen een hulpmiddel zijn om het risico te bepalen. Schade als gevolg van het bezwijken van de primaire waterkeringen langs de grote rivieren en langs de kust, wordt momenteel gezien als een nationale ramp. Voor schade ontstaan door falen van de primaire waterkeringen bestaan geen verzekeringen in Nederland. In het verleden is afgesproken dat hierbij sprake is van een nationale ramp waarvoor de schade gedekt wordt via de Wet Tegemoetkoming Schade bij rampen (W.T.S). Deze wet wordt thans geëvalueerd!
De Adviescommissie Water bepleit het continueren van het toetsingsinstrument om de sterkte van de waterkeringen periodiek te keuren. De commissie heeft zich er over verbaasd dat de vijfjaarlijkse toetsing in 2006 nog steeds een zo incompleet beeld oplevert. Zo blijkt dat over 32% van de primaire keringen en bijna de helft van de 942 beoordeelde kunstwerken (inclusief de Oosterscheldekering) geen oordeel over de veiligheid kan worden afgegeven. Zij acht het noodzakelijk dat in komende toetsingen een volledig beeld gepresenteerd wordt.
De gebeurtenissen in de afgelopen jaren met betrekking tot de sterkte van veendijken illustreren eveneens de noodzaak om veiligheidsnormen en toetsingscriteria voor de niet primaire waterkering vast te stellen. Door het ontbreken van een toetsingskader kan een discussie over verzekerbaarheid van schade als gevolg van het falen van de betreffende waterkering ontstaan.

De commissie adviseert de overheid in overleg met provincies en waterschappen te komen tot dergelijke normen en criteria en deze op korte termijn te verankeren in de Wet op de Waterkering.

Vragen:
· Is de genoemde “veiligheidsgarantie” van 50 jaar de norm die van oudsher wordt gehanteerd, of betreft het hier een nieuwe lagere veiligheidsnorm?
· Is Uw College met ons van mening dat hoewel de veiligheidsnorm voor
de beveiliging van onze kust altijd hét uitgangspunt is en blijft, het wellicht verstandiger is beproefde concepten toe te passen in deze?

· Acht Uw College de mogelijkheid aanwezig dat door een voor onze provincie gehanteerde lagere veiligheidsnorm, ten opzichte van de economisch waardevollere gebieden in Nederland, in het licht van het feit dat de Wet Tegemoetkoming Schade bij rampen (W.T.S) thans wordt geëvalueerd, verzekeraars hun premies hier zullen opschroeven en gemeenten minder W.O.Z. waarde in rekening kunnen brengen?

PROEFTUIN.
Een ‘proeftuin’ c.q. ‘proefproject’ houdt per definitie in dat men incalculeert dat er dingen mis mogen gaan; zo ontstaat er een zogenaamd ‘leermoment’. Achteraf vindt er een evaluatie plaats en vervolgens past men de positief gebleken onderdelen elders risicoloos toe; het zijn dan beproefde concepten.
Ik vraag mij af of de verantwoordelijke bestuurders m.b.t. de aanpak van onze
‘zwakke schakels’ (inclusief het project ‘Waterdunen’) geen onverantwoorde
risico’s aangaan.
In het licht van alle genoemde feiten verzoekt onze fractie Uw College dan ook, in het belang van onze Zeeuwse bevolking, per direct de nodige stappen te ondernemen om het ‘proefproject’ m.b.t. de aanpak van onze ‘zwakke schakels’ om te laten zetten in standaard dijkverzwaring.
Tevens achten wij een internationaal gecoördineerde aanpak samen
met ons buurland België onontbeerlijk voor het welslagen van de aanpak van onze waterkeringen, teneinde een adequate beveiliging tegen overstromingsrampen te kunnen realiseren. België hanteert namelijk veel lagere veiligheidsnormen!

Het is volgens onze fractie zinloos de ‘voordeur’ op slot te doen, terwijl de ‘achterdeur’ wijd openstaat.

Wij zien met belangstelling Uw reactie tegemoet,

 

Hoogachtend,

Statenfractie Partij voor Zeeland (PvZ),