Wij zetten ons in voor het algemeen belang

Contact

Lijst Babijn
Bakkersstraat 59
4501 RB Oostburg
Tel. : 0117 452945
E-mail : info@lijstbabijn.nl

  Interact Network 2022

Wat is Hondsdolheid? (22-02-2005)

Wat is RABIES (HONDSDOLHEID)?

Hondsdolheid is een virusinfectie van de hersenen die altijd dodelijk afloopt. Het is daarom van belang om hondsdolheid te voorkómen. Het virus wordt verspreid via het speeksel van besmette zoogdieren (o.a. honden, katten, apen en vleermuizen). Met rabiës besmette dieren zijn niet altijd te herkennen, sommige dieren dragen het virus bij zich zonder er zichtbaar last van te hebben. Verdacht is het als een dier agressief en onrustig is.

Hoe wordt RABIES overgedragen?

U kunt met het virus in aanraking komen door een beet, maar ook doordat een besmet dier u krabt of likt. Het virus dringt het lichaam binnen door wondjes in de huid of via de slijmvliezen (ogen, mond). Als het virus eenmaal in het zenuwstelsel terechtkomt, zal de ziekte hondsdolheid zich ontwikkelen en is er geen genezing meer mogelijk. Men kan wel voorkomen dat het virus in het zenuwstelsel terechtkomt.

Hoe herkent u een besmet dier?

Besmette dieren zijn niet altijd goed te herkennen maar meestal gedragen ze zich onnatuurlijk. In principe is elk wild dier dat niet wegvlucht voor een mens verdacht. Normaal zou het dier vluchten. Bij de mens duurt deze periode voor een rabiësbesmetting gemiddeld 1 tot 3 maanden. Een besmetting kan succesvol worden bestreden door middel van een inenting (vaccinatie). Dit moet echter zo snel mogelijk na een beet gebeuren, bij voorkeur binnen 24 uur.
 
Hond
Een van nature levendige hond wordt rustig en treurig; een kalme, volgzame hond wordt nukkig en lastig. De zieke
hond laat voedsel staan maar probeert wel onverteerbaar materiaal door te slikken zoals hout, steen en leer. De hond gaat zwerven, vermagert en is zeer bijtachtig. Hij loopt onzeker en het blaffen klinkt anders. Uit de mondhoeken druipt veel speeksel; de tong hangt uit de bek. Tenslotte raakt het dier uitgeput. De dood treedt in 3 tot 8 dagen na de eerste ziekteverschijnselen.
 
Kat
Besmette katten kruipen weg op een donkere, rustige plaats. Ze komen onverwacht tevoorschijn en vallen mensen en dieren aan, waarbij ze vooral in het gezicht proberen te bijten en te krabben. Na enkele dagen volgt de dood.
 
Vee
Koeien, paarden, varkens, schapen en geiten: de dieren zijn zeer onrustig, knarsen met de tanden, hebben een wilde blik in de ogen en hebben een vreemd 'stemgeluid'. De dood volgt 4 tot 6 dagen na de eerste
ziekteverschijnselen.
 
Vos
Een besmette vos verliest z'n schuwheid, vertoont zich overdag op wegen, bij boerderijen en in dorpen. Hij is agressief tegenover mens en dier, vermagert en verzwakt snel. Wel blijft de vos tot op het laatst in staat om aan te vallen.
 
Vleermuis
Over gedragsveranderingen bij besmette vleermuizen is niet veel bekend. Maar als u een vleermuis op de grond vindt, is de kans aanwezig dat het dier ziek is.
Reeherten
Besmette reeherten eten niet en hebben een starende blik. De dieren maken een 'klagend'geluid, stoten met de kop tegen bomen waardoor het voorhoofd kaal en bloederig wordt. Ze vermageren snel en vertonen verlammingsverschijnselen.

Kan het virus worden bestreden?

Als het virus niet wordt bestreden, verplaatst het zich via de zenuwbanen naar de hersenen waar het een ontsteking veroorzaakt die dodelijk is. De tijd die verloopt van het moment van de besmetting en de eerste ziekteverschijnselen, noemen we incubatietijd. Bij de mens duurt deze periode voor een rabiësbesmetting gemiddeld 1 tot 3 maanden. Een besmetting kan succesvol worden bestreden door middel van een inenting (vaccinatie). Dit moet echter zo snel mogelijk na een beet gebeuren, bij voorkeur binnen 24 uur.

Hoe voorkomt men RABIES?

1.                 Vermijdt krabben, likken en beten van zoogdieren in gebieden waar hondsdolheid voorkomt en raak zieke of dode dieren niet aan.
2.                 Laat u direct behandelen bij een beet, krab of lik van een mogelijk besmet dier:
Maak de wond goed schoon met water en zeep en ontsmet deze met betadine of alcohol 70%.
3.                 Zoek zo snel mogelijk medische hulp
Liefst binnen 24 uur moet antiserum bij voorkeur "human' antirabies immunoglobulin gegeven worden. Vaak is antiserum niet direct voorradig. Laat dan bij de eerste gelegenheid door een arts bepalen of het zinvol is om alsnog antiserum toe te dienen. U moet zo snel mogelijk beginnen met een serie van (meestal) 5 injecties (rabiësvaccin) die in de loop van een maand gegeven worden. U moet antibiotica en zonodig een tetanusvaccinatie krijgen. Neem bij aankomst in Nederland direct contact op met GGD of huisarts.
4.                 Overweeg inenting tegen rabies van tevoren.
Deze inenting bestaat uit een serie van 3 injecties, verspreid over 3 weken. Deze serie geeft een gedeeltelijke bescherming tegen hondsdolheid. U heeft na een (mogelijke) besmetting toch nog 2 injecties extra nodig. Hiermee moet bij voorkeur binnen 24 uur begonnen worden. Na een mogelijke besmetting moet u dus toch nog altijd meteen medische hulp zoeken.

Wie moet overwegen zich tegen RABIES te laten inenten?

Iedereen die langer dan 3 maanden in Afrika, Azië of Zuid Amerika verblijft. Mensen die veel met zoogdieren in aanraking komen in Afrika, Azië of Zuid Amerika. Fietsers of grotonderzoekers die meer kans hebben om door honden of vleermuizen gebeten te worden.

Het heeft een aantal voordelen om van tevoren tegen rabiës ingeënt te zijn: 
1. U hebt na een beet geen antiserum nodig. (Dit is in minder ontwikkelde landen meestal niet verkrijgbaar of van slechte kwaliteit); 
2. U hebt na een beet maar 2 injecties nodig, in plaats van 5 (de vaccinaties zijn in minder ontwikkelde landen vaak van slechte kwaliteit waardoor ze veel bijwerkingen hebben).
 

 
Alle informatie met betrekking tot ziektes en vaccinaties is afkomstig van de GGD. Houd er rekening mee dat wij geen artsen zijn en vraag altijd advies bij dokter, GGD, travel clinic of ziekenhuis.
 
Check ook:
·                    GGD (Homepage GGD)
·                    LCR (Landelijk Coordinatiecentrum Reizigersadvisering)